Het voorliggende huishoudelijk reglement is gebaseerd op het model van huishoudelijk reglement voor de gemeenteraad dat de Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG) heeft opgesteld. Het model is aangepast aan het decreet lokaal bestuur.
Het huishoudelijk reglement stelt de nadere werking van de gemeenteraad vast, zoals de bijeenroeping van de gemeenteraad, de wijze van vergaderen, de wijze van stemmen, de notulen en het zittingsverslag, de raadscommissies, de vergoeding van de raadsleden...
Artikel 38 van het Decreet Lokaal Bestuur verplicht de gemeenteraad bij de aanvang van de zittingsperiode zijn werking nader te regelen in een huishoudelijk reglement.
Het decreet Lokaal Bestuur geeft tevens aan welke aangelegenheden de raad in dit reglement dient te regelen.
Artikel 38 - decreet lokaal bestuur:
De gemeenteraad stelt bij de aanvang van de zittingsperiode een huishoudelijk reglement vast waarin aanvullende maatregelen worden opgenomen voor de werking van de raad en waarin minstens bepalingen worden opgenomen over:
1° de vergaderingen waarvoor presentiegeld wordt verleend, het bedrag van het presentiegeld en de nadere regels voor de eventuele terugbetaling van specifieke kosten die verband houden met de uitoefening van het mandaat van gemeenteraadslid of lid van het college van burgemeester en schepenen;
2° de wijze van verzending van de oproeping en de terbeschikkingstelling van het dossier aan de gemeenteraadsleden, alsook de wijze waarop de algemeen directeur of de door hem aangewezen personeelsleden, aan de raadsleden die erom verzoeken, technische inlichtingen verstrekken over die stukken;
3° de wijze waarop de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergaderingen van de gemeenteraad openbaar worden gemaakt;
4° de voorwaarden voor het inzagerecht en het recht van afschrift voor gemeenteraadsleden en de voorwaarden voor het bezoekrecht aan de instellingen en diensten die de gemeente opricht en beheert;
5° de voorwaarden waaronder de gemeenteraadsleden hun recht uitoefenen om aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen;
6° de wijze van notulering en de wijze waarop de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering ter beschikking worden gesteld van de gemeenteraadsleden;
7° de nadere regels voor de samenstelling en de werking van de commissies en de fracties;
8° de wijze waarop en de persoon door wie de stukken van de gemeente, vermeld in artikel 279, worden ondertekend;
9° ...
10° de wijze van het ter kennis brengen van de beslissingen, vermeld in artikel 50, vijfde lid;
11° de keuze om digitaal of hybride te vergaderen en de wijze waarop;
12° de uitzonderlijke omstandigheden waaronder de gemeenteraad digitaal kan vergaderen, als het huishoudelijk reglement de mogelijkheid van digitaal vergaderen opneemt;
13° de uitzonderlijke omstandigheden waaronder de gemeenteraad hybride kan vergaderen, als het huishoudelijk reglement de mogelijkheid van hybride vergaderen opneemt.
De gemeenteraad kan het huishoudelijk reglement op elk moment wijzigen.
De gemeenteraad verleent goedkeuring aan het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad van de stad Tongeren-Borgloon.
Het huishoudelijk reglement wordt als bijlage gehecht aan dit besluit.
Een deontologische code is een van de instrumenten om te werken aan de integriteit van de bestuursorganen van een lokaal bestuur.
Het doel van een deontologische code is in principe tweeledig:
1) de code geeft een beeld van de vraag ‘waarom’ deontologie voor een lokaal mandataris van groot belang is;
2) de code verheldert de gedragsregels die van toepassing zijn op de mandatarissen.
De voorliggende deontologische code bouwt voort op de huidige deontologische code voor de gemeenteraad (actualisatie in 2023), alsook op een recente tekst van de Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG).
De deontologische code geldt zowel voor elk individueel raadslid, als voor een groep van raadsleden wanneer zij als collectief optreden. Hij geldt ook voor de uitvoerende mandatarissen.
Artikel 39 van het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat de gemeenteraad een deontologische code aanneemt.
De gemeenteraad verleent goedkeuring aan de deontologische code van de gemeenteraad.
De deontologische code wordt als bijlage gehecht aan dit besluit.
Dit voorstel van beslissing heeft betrekking op de bevoegdheid van de gemeenteraad om:
Momenteel worden deze zaken geregeld door de voormelde gemeenteraadsbesluiten. Het past dat de nieuwe gemeenteraad zich buigt over deze belangrijke aangelegenheden en de kans neemt om zich hierover uit te spreken, en aldus een uniforme regeling aanneemt voor het nieuwe lokale bestuur n.a.v. de in werking getreden fusie van Tongeren en Borgloon.
De decreetgever heeft de gemeenten een ruime autonomie gegeven met het oog op de inrichting van hun organisatie, waarbij het college van burgemeester en schepenen de spil is in de dagelijkse werking van het bestuur en het financieel beheer. Omwille van de efficiënte werking van het bestuur en de continuïteit van de dienst is het wenselijk om het begrip dagelijks bestuur een voldoende ruime inhoud te geven. De voorgestelde omschrijving van dit begrip draagt ertoe bij om de gemeenteraad in staat te stellen het beleid te sturen op hoofdlijnen.
Met de definiëring van ‘dagelijks bestuur’ komt een structurele delegatie van bevoegdheid inzake de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van bepaalde overheidsopdrachten tot stand. Daarnaast behoudt de gemeenteraad de mogelijkheid om deze bevoegdheid ad hoc te delegeren aan het college voor iedere opdracht die niet onder deze definitie valt (zie art. 41, tweede lid, 10° DLB).
Het begrip 'dagelijks bestuur' wordt vnl. omschreven aan de hand van een opsomming van bepaalde opdrachten. Dit besluit zelf geeft echter geen invulling van het begrip 'opdracht'. Het past om te verduidelijken dat het hier gaat om overheidsopdrachten in de zin van artikel 2, 17° van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, d.w.z. met inbegrip van de overheidsopdrachten die deze wet van haar materieel toepassingsgebied uitsluit.
Het college van burgemeester en schepenen is op basis van het DLB reeds bevoegd voor het financieel beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad (zie art. 56, § 3, 3° DLB). In het DLB worden evenwel een aantal bevoegdheden inzake leningen en beleggingen niet langer (uitdrukkelijk) aan het college toegewezen (waar dat voorheen in de decretale regeling wel het geval was). Om gepast te kunnen inspelen op de soms snel wijzigende omstandigheden op de financiële markt, is het wenselijk om bepaalde bevoegdheden inzake leningen en beleggingen onder het begrip 'dagelijks bestuur' te brengen. De gemeenteraad behoudt evenwel haar sturende rol ter zake, nu dergelijke beslissingen inzake leningen en beleggingen uiteraard steeds zullen moeten passen in het door de raad vastgesteld meerjarenplan i.h.k.v. de beleids- en beheerscyclus.
Voorts worden met dit voorstel van beslissing de gehanteerde drempelbedragen gealigneerd op enerzijds de vigerende overheidsopdrachtenregelgeving en anderzijds de door de Vlaamse Regering vastgestelde perken inzake de vrijstelling van visumplicht, met dien verstande dat niet wordt geopteerd voor het maximale algemene vrijstellingsbedrag (€ 50.000 excl. BTW), doch voor het lagere maar duidelijkere plafondbedrag voor de zogenaamde ‘bestelbonnen’ (€ 30.000 excl. BTW). Dergelijke visumvrijstelling neemt niet weg dat overeenkomstig de principes van organisatiebeheersing steeds dient te worden voorzien in voldoende (financiële) controle op deze verrichtingen.
Het (contractueel en statutair) overheidspersoneel staat in voor enerzijds de voorbereiding en anderzijds de uitvoering van het beleid, en geeft aldus mee gestalte aan het belangrijkste uitvoerende orgaan van een gemeente (het college van burgemeester en schepenen). De aanstellingsbevoegdheid van dit personeel is op grond van het DLB dan ook een eigen bevoegdheid van het college. De bevoegdheid omtrent het dagelijks personeelsbeheer is bovendien zelfs decretaal rechtstreeks aan de algemeen directeur toegewezen.
Sinds 2016 werd het decretaal mogelijk gemaakt voor de gemeenteraad om haar bevoegdheden inzake personeelsaangelegenheden (quasi) volledig te delegeren aan het college. In Borgloon werd het college voor deze aangelegenheden in het recente verleden reeds bevoegd gemaakt (zie voormelde raadsbesluiten), in Tongeren vooralsnog niet.
De interne organisatie van de diensten situeert zich op het operationele niveau. Naast het principiële argument dat het college zijn eigen diensten vorm moet kunnen geven, werd de voorbije jaren meer en meer vastgesteld dat er steeds sneller en flexibeler op personele behoeften moet kunnen worden ingespeeld. Met de uitrol van de fusie zal dit niet minder het geval zijn, veeleer integendeel. Bijgevolg is het aangewezen om de voorliggende bevoegdheidsdelegatie door te voeren. Dit zal ongetwijfeld tijdswinst opleveren en bijdragen tot efficiëntere besluitvormingsprocessen. Voor alle duidelijkheid weze vermeld dat syndicaal overleg uiteraard steeds vereist blijft. De aanstellingsbevoegdheid met betrekking tot de ‘decretale graden’ ((adjunct-)algemeen directeur en (adjunct-)financieel directeur) is (en blijft natuurlijk) de exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur (hierna: DLB).
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen, inzonderheid artikel 99.
Het besluit van de gemeenteraad van de stad Tongeren van 21 januari 2019 betreffende definiëring begrip dagelijks bestuur en vaststelling visumverplichting.
Het besluit van de gemeenteraad van de stad Borgloon van 27 juni 2017 betreffende goedkeuring wijziging gemeenteraadsbeslissing d.d. 25/01/2011 betreffende visum van de financieel beheerder.
Het besluit van de gemeenteraad van de stad Borgloon van 26 maart 2019 betreffende goedkeuring definiëring begrip dagelijks bestuur en daden van beheer van gemeentelijke inrichtingen en eigendommen.
Het besluit van de gemeenteraad van de stad Borgloon van 28 februari 2017 betreffende delegatiebeslissing van organogram en personeelsformatie van gemeenteraad naar college van burgemeester en schepenen.
Het besluit van de gemeenteraad van de stad Borgloon van 24 september 2019 betreffende goedkeuring delegatie bevoegdheid rechtspositieregeling van gemeenteraad naar het college van burgemeester en schepenen.
Het besluit van de gemeenteraad van de stad Borgloon van 27 april 2021 betreffende goedkeuring delegatie bevoegdheid arbeidsreglement van gemeenteraad naar het college van burgemeester en schepenen.
Akkoord met voorstel van beslissing
Rudi Diels
financieel directeur
Tot het dagelijks bestuur behoren:
Volgende categorieën van verrichtingen zijn uitgesloten van de verplichting tot voorafgaand visum van de financieel directeur:
Bij opeenvolgende contracten voor de aanstelling van contractuele personeelsleden voor dezelfde functie wordt de totale duur aangenomen voor de toepassing van het eerste lid.
Volgende bevoegdheden worden aan het college van burgemeester en schepenen gedelegeerd:
De volgende besluiten worden opgeheven:
Dit besluit treedt in werking vanaf heden.
Op datum van 1 januari 2025 werden de gemeenten Tongeren en Borgloon samengevoegd tot de nieuwe gemeente Tongeren-Borgloon.
Overeenkomstig artikel 358, eerste lid Decreet lokaal bestuur (hierna: DLB) stelt de gemeenteraad van de nieuwe gemeente binnen de 6 maanden na de samenvoegingsdatum een nieuwe algemeen directeur aan.
Overeenkomstig artikel 358, tweede lid DLB wordt de algemeen directeur van de nieuwe gemeente gekozen op basis van een systematische vergelijking van de titels en verdiensten van de kandidaten in het licht van de functiebeschrijving met functieprofiel en competentievereisten en, voorkomend geval, van de toetsing aan de door de gemeenteraad eventueel vastgestelde voorwaarden.
Opdat een nieuwe algemeen directeur kan aangesteld worden, dient dus vooreerst de functiebeschrijving met functieprofiel en competentievereisten voor het ambt van algemeen directeur door de gemeenteraad vastgesteld te worden. De functiebeschrijving van algemeen directeur zoals gevoegd in bijlage bij huidige beslissing wordt door de gemeenteraad goedgekeurd en vastgesteld.
De gemeenteraad van de nieuwe gemeente heeft de mogelijkheid om:
(1) ofwel overeenkomstig artikel 358/1, eerste lid DLB de titularissen van het ambt van algemeen directeur van de samengevoegde gemeenten op te roepen om zich binnen de 30 dagen kandidaat te stellen voor het ambt van algemeen directeur van de nieuwe gemeente;
(2) ofwel overeenkomstig artikel 359 DLB de algemeen directeur aan te stellen via aanwerving en/of bevordering.
Mede uit hoofde van financiële overwegingen beslist de gemeenteraad om overeenkomstig artikel 358/1 DLB een oproep te doen aan de algemeen directeurs van de samengevoegde gemeenten en geeft daartoe overeenkomstig artikel 56 § 1, tweede lid DLB opdracht aan het college van burgemeester en schepenen.
Overeenkomstig artikel 358/1, tweede lid DLB heeft de gemeenteraad de mogelijkheid om voorwaarden voor het ambt van algemeen directeur vast te stellen, wat te dezen evenwel niet nodig wordt geacht gelet op de reeds uitgebreide functiebeschrijving.
Artikel 382 DLB voorziet dat de gewezen algemeen directeur van een samengevoegde gemeente, die niet als algemeen directeur van de nieuwe gemeente wordt aangesteld, met behoud van zijn/haar geldelijke anciënniteit wordt aangesteld hetzij als adjunct-algemeen directeur bij de gemeente, hetzij in een passende functie van niveau A in de nieuwe gemeente. Er wordt ervoor geopteerd om de gewezen algemeen directeur die niet zal worden aangesteld als algemeen directeur van de gemeente Tongeren-Borgloon, aan te stellen als adjunct-algemeen directeur van de gemeente Tongeren-Borgloon. De functiebeschrijving van adjunct-algemeen directeur zoals gevoegd in bijlage bij huidige beslissing wordt eveneens door de gemeenteraad goedgekeurd en vastgesteld.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, inzonderheid artikelen 56 §1, 162, 357, 358, 358/1 en 382.
De gemeenteraad keurt de functiebeschrijving voor het ambt van algemeen directeur zoals gevoegd in bijlage aan dit besluit goed.
De gemeenteraad beslist om in toepassing van artikel 358/1, eerste lid DLB de algemeen directeurs van de samengevoegde gemeenten Tongeren en Borgloon op te roepen om zich kandidaat te stellen voor het ambt van algemeen directeur van de nieuwe gemeente Tongeren-Borgloon en dit binnen de termijn van 30 dagen na oproeping.
De gemeenteraad geeft in toepassing van artikel 56 §1, tweede lid DLB opdracht aan het college van burgemeester en schepenen om de algemeen directeurs van de samengevoegde gemeenten Tongeren en Borgloon uit te nodigen zich kandidaat stellen, en na het verstrijken van de termijn de tijdigheid en de ontvankelijkheid van de kandidaturen vast te stellen en dit ter kennis te brengen aan de gemeenteraad.
De gemeenteraad beslist om in toepassing van artikel 358/1, tweede lid DLB geen voorwaarden vast te stellen.
De gewezen algemeen directeur die niet zal worden aangesteld als algemeen directeur van de gemeente Tongeren-Borgloon, zal aangesteld worden als adjunct-algemeen directeur van de gemeente Tongeren-Borgloon overeenkomstig artikel 382 DLB.
De gemeenteraad keurt de functiebeschrijving voor het ambt van adjunct-algemeen directeur zoals gevoegd in bijlage aan dit besluit goed.
Op datum van 1 januari 2025 werden de gemeenten Tongeren en Borgloon samengevoegd tot de nieuwe gemeente Tongeren-Borgloon.
Overeenkomstig artikel 361, eerste lid Decreet lokaal bestuur (hierna: DLB) stelt de gemeenteraad van de nieuwe gemeente binnen de 6 maanden na de samenvoegingsdatum een nieuwe financieel directeur aan.
Overeenkomstig artikel 361, tweede lid DLB wordt de financieel directeur van de nieuwe gemeente gekozen op basis van een systematische vergelijking van de titels en verdiensten van de kandidaten in het licht van de functiebeschrijving met functieprofiel en competentievereisten en, voorkomend geval, van de toetsing aan de door de gemeenteraad eventueel vastgestelde voorwaarden.
Opdat een nieuwe financieel directeur kan aangesteld worden, dient dus vooreerst de functiebeschrijving met functieprofiel en competentievereisten voor het ambt van financieel directeur door de gemeenteraad vastgesteld te worden. De functiebeschrijving zoals gevoegd in bijlage bij huidige beslissing wordt door de gemeenteraad goedgekeurd en vastgesteld.
De gemeenteraad van de nieuwe gemeente heeft de mogelijkheid om:
(1) ofwel overeenkomstig artikel 361/1, eerste lid DLB de titularissen van het ambt van financieel directeur van de samengevoegde gemeenten op te roepen om zich binnen de 30 dagen kandidaat te stellen voor het ambt van financieel directeur van de nieuwe gemeente;
(2) ofwel overeenkomstig artikel 362 DLB de financieel directeur aan te stellen via aanwerving en/of bevordering.
Mede uit hoofde van financiële overwegingen beslist de gemeenteraad om overeenkomstig artikel 361/1 DLB een oproep te doen aan de financieel directeurs van de samengevoegde gemeenten en geeft daartoe overeenkomstig artikel 56 § 1, tweede lid DLB opdracht aan het college van burgemeester en schepenen .
Overeenkomstig artikel 361/1, tweede lid DLB heeft de gemeenteraad de mogelijkheid om voorwaarden voor het ambt van financieel directeur vast te stellen, wat ten deze evenwel niet nodig wordt geacht gelet op de reeds uitgebreide functiebeschrijving.
Artikel 382 DLB voorziet dat de gewezen financieel directeur van een samengevoegde gemeente, die niet als financieel directeur van de nieuwe gemeente wordt aangesteld, met behoud van zijn/haar geldelijke anciënniteit wordt aangesteld hetzij als adjunct-financieel directeur bij de gemeente, hetzij in een passende functie van niveau A in de nieuwe gemeente. Er wordt voor geopteerd om de gewezen financieel directeur die niet zal worden aangesteld als financieel directeur van de gemeente Tongeren-Borgloon, aan te stellen als adjunct-financieel directeur van de gemeente Tongeren-Borgloon. De functiebeschrijving van adjunct-financieel directeur zoals gevoegd in bijlage bij huidige beslissing wordt eveneens door de gemeenteraad goedgekeurd en vastgesteld.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, inzonderheid artikelen 56 §1, tweede lid, 162, 361, 360, 361/1 en 382.
De gemeenteraad keurt de functiebeschrijving voor het ambt van financieel directeur zoals gevoegd in bijlage aan dit besluit goed.
De gemeenteraad beslist om in toepassing van artikel 361/1, eerste lid DLB de financieel directeurs van de samengevoegde gemeenten Tongeren en Borgloon op te roepen om zich kandidaat te stellen voor het ambt van financieel directeur van de nieuwe gemeente Tongeren-Borgloon en dit binnen de termijn van 30 dagen na oproeping.
De gemeenteraad geeft in toepassing van artikel 56 §1, tweede lid DLB opdracht aan het college van burgemeester en schepenen om de financieel directeurs van de samengevoegde gemeenten Tongeren en Borgloon uit te nodigen zich kandidaat stellen, en na het verstrijken van de termijn de tijdigheid en de ontvankelijkheid van de kandidaturen vast te stellen en dit ter kennis te brengen aan de gemeenteraad.
De gemeenteraad beslist om in toepassing van artikel 361/1, tweede lid DLB geen voorwaarden vast te stellen.
De gewezen financieel directeur die niet zal worden aangesteld als financieel directeur van de gemeente Tongeren-Borgloon, zal aangesteld worden als adjunct-financieel directeur van de gemeente Tongeren-Borgloon overeenkomstig artikel 382 DLB.
De gemeenteraad keurt de functiebeschrijving voor het ambt van adjunct-financieel directeur zoals gevoegd in bijlage aan dit besluit goed.
Op 17 oktober 2023 hebben de gemeenteraden van Tongeren en Borgloon beslist om tot een fusie over te gaan. Vanaf 1 januari 2025 zijn we één stad Tongeren-Borgloon.
Volgens de regelgeving moet er voor het einde van het jaar na de gemeenteraadsverkiezingen een volwaardig geïntegreerd meerjarenplan opgemaakt worden. Dat plan start in het 2de jaar na de gemeenteraadsverkiezingen (2026). Het bevat de beleidskeuzes van het nieuwe bestuur en de financiële vertaling ervan voor de volledige termijn van het plan. De nieuwe gemeente en haar OCMW kunnen echter een 1-jarig meerjarenplan vaststellen voor het 1ste jaar van de 1ste bestuursperiode (2025) om snel over uitvoerbare kredieten te beschikken. Dit 1-jarig meerjarenplan moet ter goedkeuring voorgelegd worden aan de nieuwe gemeenteraad van Tongeren-Borgloon vóór 31 maart 2025.
Het financieel evenwicht is bereikt als in jaar 2025 zowel het budgettair resultaat als de
autofinancieringsmarge positief zijn. Beide voorwaarden zijn vervuld.
De cijfers blijken uit het schema M2:
Decreet lokaal bestuurvan 22 december 2017.
BVR van 14 juli 2023 tot wijziging van het BVR van 30 maart 2018 over de beleids-en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen (BS 11/10/2023).
MB van 8 december 2023 tot wijziging van het MB van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering (BS 11/01/2024).
De Gemeenteraad stelt het éénjarig meerjarenplan 2025 van Tongeren-Borgloon met betrekking tot de stad vast.
De Gemeenteraad keurt het deel van het éénjarig meerjarenplan 2025 van Tongeren-Borgloon met betrekking tot het OCMW goed, waardoor het éénjarig meerjarenplan 2025 definitief is vastgesteld.
De beslissing en de beleidsrapporten worden na vaststelling gepubliceerd op de webtoepassing en ze worden digitaal overgemaakt aan het Agentschap Binnenlands Bestuur.
Op 17 oktober 2023 keurde de Stad Borgloon de definitieve beslissing tot samenvoeging van de stad Tongeren en de stad Borgloon goed. Dat heeft ook gevolgen voor het AGB. Net als alle andere gemeenten, OCMW’s en AGB’s moet er voor het einde van het jaar na de gemeenteraadsverkiezingen een volwaardig geïntegreerd meerjarenplan opgemaakt worden. Dat plan start in het 2de jaar na de gemeenteraadsverkiezingen (2026). Het bevat de beleidskeuzes van het nieuwe bestuur en de financiële vertaling ervan voor de volledige termijn van het plan. De nieuwe gemeente en haar OCMW kunnen echter een 1-jarig meerjarenplan vaststellen voor het 1ste jaar van de 1ste bestuursperiode (2025) om snel over uitvoerbare kredieten te beschikken.
Ook een autonoom gemeentebedrijf (AGB) kan deze werkwijze hanteren. Het moet dat doen in het 1ste kwartaal van de 1ste bestuursperiode. Er werd voor geopteerd dit plan in 2024 te laten vaststellen door de Raad van Bestuur van het AGB en dit vervolgens ter goedkeuring voor te leggen aan de nieuwe gemeenteraad van Tongeren-Borgloon.
Het financieel evenwicht is bereikt als in jaar 2025 zowel het budgettair resultaat als de autofinancieringsmarge positief zijn. Beide voorwaarden zijn vervuld. De cijfers blijken uit het schema M2:
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
BVR van 14 juli 2023 tot wijziging van het BVR van 30 maart 2018 over de beleids-en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen (BS 11/10/2023).
MB van 8 december 2023 tot wijziging van het MB van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering (BS 11/01/2024).
Volgens artikel 242 van het decreet lokaal bestuur stelt de raad van bestuur het meerjarenplan en de wijzigingen hiervan vast en legt deze ter goedkeuring voor aan de gemeenteraad.
De gemeenteraadsbeslissing van 28/4/2009 waarbij de oprichting en de statuten van het AGB Borgloon werden goedgekeurd en die door de Vlaams minister werd goedgekeurd op 14/8/2009, beslissing dewelke in het Belgisch Staatsblad van 4/9/2009 werd gepubliceerd.
De decreten en besluiten van de Vlaamse Regering betreffende de BBC en de betreffende omzendbrieven in deze.
De gemeenteraad keurt het éénjarig meerjarenplan 2025 van het AGB goed.
Het budget voor 2025 werd aangepast. Dit meerjarenplan geldt als beginkrediet voor 2025.
Omwille van het ontbreken van het meerjarenplan dient de gemeenteraad de budgetten van de kerkfabrieken van Tongeren goed te keuren in plaats van advies te geven.
In Borgloon is er voor het jaar 2025 wel een meerjareplan voor de budgetten van de kerkfabrieken.
Vanaf 2026 zal er worden gewerkt met een meerjarenplan voor alle kerkfabrieken van Tongeren-Borgloon.
Ons bestuur ontving via het centraal kerkbestuur het budget 2025 van volgende kerkfabrieken die ter goedkeuring worden voorgelegd aan de gemeenteraad:
- Sint-Jozef
- Sint-Lutgart
- Kruisvinding Mal
- Sint-Jan Baptist
- Sint-Petrus Lauw
- Sint-Servatius Nerem
- Sint-Stefanus 's Herenelderen
- Sint-Cunibertus Diets-Heur
- Sint-Gertrudis Piringen
- Sint-Gertrudis Riksingen
- Sint-Gillis
- Sint-Hubertus Henis
- Sint-Laurentius Overrepen
- Sint-Ludgerus Neerrepen
- Sint-Martinus Berg
- Sint-Martinus Rutten
- Sint-Maternus
- Sint-Medardus Vreren
- Sint-Pancratius Widooie
- Sint-Servatius Koninksem
- Sint-Servatius Sluizen
- Onze-Lieve-Vrouw Geboorte
Artikel 56 van het Decreet Lokaal Bestuur.
De gemeenteraad keurt het budget 2025 van volgende kerkfabrieken goed:
- Sint-Jozef
- Sint-Lutgart
- Kruisvinding Mal
- Sint-Jan Baptist
- Sint-Petrus Lauw
- Sint-Servatius Nerem
- Sint-Stefanus 's Herenelderen
- Sint-Cunibertus Diets-Heur
- Sint-Gertrudis Piringen
- Sint-Gertrudis Riksingen
- Sint-Gillis
- Sint-Hubertus Henis
- Sint-Laurentius Overrepen
- Sint-Ludgerus Neerrepen
- Sint-Martinus Berg
- Sint-Martinus Rutten
- Sint-Maternus
- Sint-Medardus Vreren
- Sint-Pancratius Widooie
- Sint-Servatius Koninksem
- Sint-Servatius Sluizen
- Onze-Lieve-Vrouw Geboorte
Dit besluit wordt voor verder gevolg overgemaakt aan de betrokken diensten.
In Borgloon is er voor het jaar 2025 een meerjarenplan voor de budgetten van de kerkfabrieken.
Als het budget in het goedgekeurde meerjarenplan past dient de gemeenteraad hiervan akte te nemen.
De Vlaamse Regering stelt de voorwaarden vast waaraan het budget moet voldoen om te passen in het goedgekeurde meerjarenplan.
Voor de kerkfabrieken van Tongeren is er geen meerjarenplan. De gemeenteraad dient deze budgetten goed te keuren.
Vanaf 2026 zal er worden gewerkt met een meerjarenplan voor alle kerkfabrieken van Tongeren-Borgloon.
Van volgende kerkfabrieken wordt akte genomen van het budget 2025:
- Kruisverheffing Jesseren
- Sint-Odulphus Borgloon
- Sint-Lambertus Hendrieken-Voort
- Sint-Martinus Gors-Opleeuw
- Sint-Vedastus Hoepertingen
- Sint-Dionysius Gotem
- Sint-Pieter Haren
Sint-Jozef Rijkel
Van het budget 2025 van Sint-Jozef Rijkel zal in een volgende gemeenteraad akte worden genomen.
Op vraag de dato 16 december 2024 van de stad Borgloon zal de kerkfabriek haar financiële nota van het budget 2025 herwerken, met opname van de nodige kredieten voor exploitatieontvangsten uit verhuur van de kerk en uit pachtovereenkomsten, evenals voor investeringensontvangsten en uitgaven met betrekking tot de terugbetaling van de overbruggingslening toegestaan door de stad Borgloon.
Het meerjarenplan voor boekjaar 2025 wordt op diezelfde wijze gewijzigd.
Sint-Dyonisius Gotem
De gevraagde exploitatietoelage (€ 3.935,62) overschrijdt het krediet hiervoor opgenomen in het meerjarenplan (€ 2.772,02), enkel omwille van het gecorrigeerd overschot/tekort n-2 (- € 1.163,60).
Naar verwachting zal het exploitatiebudget van de jaarrekening 2024 minstens in evenwicht zijn.
Artikel 56 van het Decreet Lokaal Bestuur.
De gemeenteraad neemt akte van het budget 2025 van volgende kerkfabrieken.
- Kruisverheffing Jesseren
- Sint-Odulphus Borgloon
- Sint-Lambertus Hendrieken-Voort
- Sint-Martinus Gors-Opleeuw
- Sint-Vedastus Hoepertingen
- Sint-Dionysius Gotem
- Sint-Pieter Haren
Dit besluit wordt voor verder gevolg overgemaakt aan de betrokken diensten.
Het is gerechtvaardigd een billijke financiële tussenkomst te vragen van de inwoners van de gemeente, gelet op de financiële toestand van de gemeente en de wettelijke verplichting om een financieel evenwicht te handhaven.
Artikelen 41, 162 en 170, §4 van de gecoördineerde Grondwet van 17 februari 1994
Artikelen 464 tot en met 470/2 van het Wetboek van inkomstenbelastingen 1992
Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017
Voor het aanslagjaar 2025 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.
De belasting wordt vastgesteld op 7,1 % van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.
De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting gebeuren door het bestuur der directe belastingen, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.
Dit reglement treedt in werking op 24/01/2025, althans pas na bekendmaking website en voor 31/01/2025.
Het is gerechtvaardigd een billijke financiële tussenkomst te vragen van de belanghebbenden op het grondgebied van de gemeente, gelet op de financiële toestand van de gemeente en de wettelijke verplichting om een financieel evenwicht te handhaven. Als de gemeente gedifferentieerde opcentiemen wil heffen, motiveert ze waarom ze een tariefverschil invoert.
Artikelen 41, 162 en 170, §4 van de gecoördineerde Grondwet van 17 februari 1994
Artikel 464/1, 1° van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992
Artikel 2.1.4.0.2 en artikel 3.1.0.0.4 van het decreet van 13 december 2013 houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit
Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017
Voor het aanslagjaar 2025 wordt 900 gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing geheven.
De vestiging en de inning van de gemeentebelasting gebeuren door de Vlaamse Belastingdienst.
Gelet op de beslissing van de respectievelijke gemeenteraden van Tongeren de dato 12/11/2024 en Borgloon de dato 26/11/2024 houdende de goedkeuring van de gemeentelijke dotatie aan de hulpverleningszone Zuid-West Limburg.
De raming van de totale gemeentelijke dotatie in de begroting 2025 voor de hulpverleningszone Zuid-West Limburg werd door de zoneraad van 10 oktober 2024 vastgelegd op € 2.067.379,46.
De wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, inclusief latere wijzigingen, inzonderheid artikels 67,68 en 120 en volgende.
De wet van 3 augustus 2012 betreffende de wijziging van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid en de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming.
Het koninklijk besluit van 2 februari 2009 tot vaststelling van de territoriale afbakening van de hulpverleningszones.
Gelet op de omzendbrief van 27 oktober 2022 impact van de fusies van gemeenten op de hulpverleningszones - instructies en stappenplan.
Akkoord met voorstel van beslissing.
De nodige kredieten werden opgenomen in het éénjarig meerjarenplan 2025 Tongeren-Borgloon via jaarbudgetrekening 0410-00/64910000 - actie FINANDER.
Rudi Diels
financieel directeur
De verdeelsleutel in de hulpverleningszone Zuid-West Limburg en de raming van de begroting 2025 van de hulpverleningszone, wordt de gemeentelijke dotatie 2025 aan de hulpverleningszone Zuid-West Limburg vastgesteld op € 2.067.379,46.
De gemeentelijke bijdrage wordt voorzien in het eenjarig meerjarenplan Tongeren-Borgloon via jaarbudgetrekening 0410-00/64910000 - actie FINANDER.
De dotatie voor het jaar 2025 van de stad Tongeren-Borgloon aan de politiezone Haspengouw dient vastgesteld te worden.
Artikel 40 en artikel 41 van het Decreet Lokaal Bestuur.
Akkoord met voorstel van beslissing.
De nodige kredieten werden opgenomen in het éénjarig meerjarenplan 2025 Tongeren-Borgloon via jaarbudgetrekening 0400-00/64910000 - actie FINANDER.
Rudi Diels
financieel directeur
De dotatie voor het jaar 2025 van de stad Tongeren-Borgloon aan de politiezone Haspengouw wordt vastgesteld op € 5.019.635,00.
Het retributiereglement op de afgifte van administratieve documenten en de levering van administratieve diensten burgerzaken werd in december 2024, met het oog op de fusie, aangepast zodat de fusiestad Tongeren-Borgloon op 1 januari 2025 van start zou kunnen gaan met een zelfde reglement.
De gemeenteraad van de stad Tongeren verleende op 16/12/2024 haar goedkeuring aan het nieuwe retributiereglement.
De gemeenteraad van Borgloon verleende haar goedkeuring op 17/12/2024.
Het reglement dat in december 2024 werd goedgekeurd had een geldigheidsperiode van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2025.
De gemeenteraad van de fusiestad Tongeren-Borgloon wordt gevraagd dit reglement te bevestigen, met een geldigheidsperiode voor de volledige legislatuur (tot en met 31/12/2030).
Koninklijk besluit van 10 december 1996 betreffende de verschillende identiteitsdocumenten voor kinderen onder de twaalf jaar.
Koninklijk besluit van 27 oktober 2023 tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en het koninklijk besluit van 10 december 1996 betreffende de verschillende identiteitsdocumenten voor kinderen onder de twaalf jaar, voor wat betreft de verblijfsdocumenten en verblijfstitels afgegeven aan vreemdelingen onder de twaalf jaar.
Ministerieel besluit van 28 november 2023 betreffende de modernisering van de verblijfsdocumenten en verblijfstitels afgegeven aan vreemdelingen onder de twaalf jaar.
Omzendbrief van 6 november 2023 van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken betreffende de modernisering van de verblijfsdocumenten en verblijfstitels afgegeven aan vreemdelingen onder de twaalf jaar.
Omzendbrief van 7 december 2023 van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken betreffende de implementatie elektronische verblijfsdocumenten voor vreemdelingen jonger dan 12 jaar.
Het gemeenteraadsbesluit van 29/03/2021 inzake het reglement betreffende de gemeentebelasting op de afgifte van administratieve documenten.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
De geldende begrotingsonderrichtingen ter zake.
De wet van 19 juli 1991, zoals gewijzigd, betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een rijksregister van de natuurlijke personen en de opeenvolgende wijzigingen.
Het K.B. van 1 september 2004 houdende de beslissing om de elektronische identiteitskaart veralgemeend in te voeren en de opeenvolgende wijzigingen.
De omzendbrief van 29 november 2011 betreffende de elektronische identiteitskaart, spoedprocedure en opeenvolgende wijzigingen.
De omzendbrief van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 29 oktober 2004 betreffende de paspoorten en de opeenvolgende wijzigingen.
De omzendbrief van 13 maart 2009 betreffende de invoering van elektronische identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen beneden de twaalf jaar (Kids-ID) en de opeenvolgende wijzigingen.
De omzendbrief van 20 april 2012 betreffende de dringende en de zeer dringende procedure voor de Kids-ID en de opeenvolgende wijzigingen.
De omzendbrief van 21 december 2012 betreffende de prijsverhoging van de elektronische identiteitskaarten, de Kids-ID en de elektronische vreemdelingenkaart en de opeenvolgende wijzigingen.
Het K.B. van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, gewijzigd bij het K.B. van 23 juni 2010 en de opeenvolgende wijzigingen.
De omzetting van de Europese richtlijn 2006/126/CE van 20 december 2006 die elke lidstaat verplicht om vanaf 2013 het nieuwe Europese rijbewijs in bankkaartmodel uit te reiken.
Het K.B. van 16 juli 1992 betreffende het verkrijgen van informatie uit de bevolkingsregisters en uit het vreemdelingenregister, zoals gewijzigd.
Het K.B. van 5 maart 2017 tot bepaling van de verblijfsvergunningen waarvoor de gemeenten retributies kunnen innen voor het vernieuwen, verlengen of vervangen ervan en tot bepaling van het maximumbedrag bedoeld in artikel 2, §2, van de wet van 14 maart 1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953.
Het M.B. van 15 maart 2013 tot vaststelling van het tarief van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten voor Belgen, de elektronische identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar, de elektronische kaarten en elektronische verblijfsdocumenten, afgeleverd aan vreemde onderdanen, en de biometrische kaarten en biometrische verblijfstitels, afgeleverd aan vreemde onderdanen van derde landen.
De wet betreffende de begunstigden van het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.
De brief van 12 februari 2021 van de FOD Binnenlandse Zaken, Algemene Directie Vreemdelingenzaken betreffende de afgifte van de (duurzame) verblijfskaarten van het terugtrekkingsakkoord (M-kaarten) en de kaarten voor klein grensverkeer voor begunstigden van het terugtrekkingsakkoord (N-kaarten).
Brief FOD Binnenlandse Zaken - Rijksregister - eID: Tarief van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten en - documenten vanaf 1 januari 2025.
De gemeenteraad bevestigt het retributiereglement op de de afgifte van administratieve documenten en de levering van administratieve diensten inzake burgerzaken, zoals eerder goedgekeurd op 16/12/2024 door de gemeenteraad van Tongeren en op 17/12/2024 door de gemeenteraad van Borgloon.
Dit reglement heeft een geldigheidsduur tot en met 31 december 2030.
Het retributiereglement op de aanvragen van vergunningen, meldingen en attesten, en afgifte van administratieve stukken i.k.v. de omgevingsvergunning en op de aanvragen via het vastgoedinformatieplatform werd in december 2024, met het oog op de fusie, aangepast zodat de fusiestad Tongeren-Borgloon op 1 januari 2025 van start zou kunnen gaan met een zelfde reglement.
De gemeenteraad van de stad Tongeren verleende op 16/12/2024 haar goedkeuring aan het nieuwe retributiereglement.
De gemeenteraad van Borgloon verleende haar goedkeuring op 17/12/2024.
Het reglement dat in december 2024 werd goedgekeurd had een geldigheidsperiode van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2025.
-de Grondwet, meer bepaald de artikelen 41, 162, 170§4 en 173;
-het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald de artikelen 40§3, 41, 177, 279, 286 t.e.m. 288 en 326 e.v.;
-het Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;
-het
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van
het Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;
-het
Besluit van de Vlaamse Regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van
de Vlaamse en provinciale projecten ter uitvoering van het Decreet van
25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;
-het Besluit van de
Vlaamse Regering van 10 februari 2017 tot wijziging van diverse
besluiten naar aanleiding van de inwerkingtreding van de
omgevingsvergunning;
-Titel V van het Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid;
-het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II);
-het
Besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende bijkomende
algemene en sectorale milieuvoorwaarden voor GPBV-installaties (VLAREM
III);
-Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009, meer
bepaald titel IV, hoofdstuk II en artikelen 5.2.1, 5.2.5, 5.2.6 en
5.2.7;
-het Besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010
betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;
-het Besluit van de Vlaamse
Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van (stedenbouwkundige)
handelingen waarvoor geen (omgevingsvergunning) nodig is;
-het Besluit van de Vlaamse Regering van 19 maart 2010 betreffende stedenbouwkundige attesten en stedenbouwkundige inlichtingen;
-het Besluit van de Vlaamse Regering van 14 april 2000 tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen;
-het Besluit van de Vlaamse Regering van 29 maart 2013 tot bepaling van de nadere regels inzake het planologisch attest;
-het Decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid van 15 juli 2016;
-het Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21 oktober 1997;
-het
Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels ter
uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het
natuurbehoud en het natuurlijk milieu;
-het Decreet van 22 december 2023 over het Vastgoedinformatieplatform, meer bepaald artikel 21 eerste lid;
-De Omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit.
De gemeenteraad bevestigt het retributiereglement op de aanvragen van vergunningen, meldingen en attesten, en afgifte van administratieve stukken i.k.v. de omgevingsvergunning en op de aanvragen via het vastgoedinformatieplatform, zoals eerder goedgekeurd op 16/12/2024 door de gemeenteraad van Tongeren en op 17/12/2024 door de gemeenteraad van Borgloon.
Dit reglement heeft een geldigheidsduur tot en met 31 december 2030.